Snij de vijgen in kleine stukjes. Je hoeft de schil er niet af te halen, want die wordt tijdens het koken zacht. Controleer wel of er geen harde plekjes of onzuiverheden in de vruchten zitten en verwijder deze.

Doe de vijgen, suiker, citroensap en het water in een grote pan. Voeg eventueel het vanillestokje en de kaneel toe voor extra smaak. Zet het vuur laag en laat het mengsel rustig opwarmen terwijl je blijft roeren. Zodra de suiker is opgelost, breng je het geheel aan de kook. Laat het ongeveer twintig minuten pruttelen, totdat de vijgen helemaal zacht zijn.

Als je een gladde jam wilt, kun je de staafmixer gebruiken om de vijgen fijn te pureren. Voor een jam met stukjes vijg sla je deze stap over. Blijf de jam nog vijf tot tien minuten koken, totdat hij begint in te dikken.

Om te controleren of de jam klaar is, doe je een druppeltje op een koud bordje (dat je even in de koelkast hebt gelegd). Trek met je vinger door de jam; als deze niet meer samenloopt, is hij dik genoeg. Zo niet, kook hem nog een paar minuten langer.

Haal de pan van het vuur en verwijder het vanillestokje, als je dat hebt gebruikt. Steriliseer ondertussen de jampotten door ze in kokend water te leggen of goed schoon te maken met kokend water. Vul de potten met de hete jam, laat een halve centimeter ruimte aan de bovenkant over en sluit ze meteen goed af.