Begin met het schoonmaken van de spruitjes. Verwijder de buitenste blaadjes en snijd de kontjes eraf. Zorg ervoor dat de spruitjes mooi stevig blijven en niet beschadigd zijn. Was ze daarna grondig in koud water om eventuele resten vuil te verwijderen. Laat de spruitjes uitlekken in een vergiet.

Blancheren is een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat de spruitjes knapperig blijven na het inmaken. Breng een grote pan met water aan de kook en voeg de spruitjes toe. Kook ze drie tot vijf minuten, afhankelijk van de grootte. Ze moeten net zacht worden, maar nog een bite hebben. Giet de spruitjes af en spoel ze direct af met koud water om het kookproces te stoppen. Laat ze goed uitlekken.

In een pan meng je het water, de witte azijn, de kristalsuiker en het zout. Breng dit aan de kook terwijl je regelmatig roert, zodat het zout en de suiker volledig oplossen. Zet het vuur uit zodra de pekel begint te koken en laat het iets afkoelen.

Leg in elke weckpot een halve teen knoflook, een theelepel mosterdzaad, en een theelepel dillezaad. Als je van een beetje pit houdt, kun je ook een snufje chili vlokken toevoegen. Vul de potten vervolgens stevig met de geblancheerde spruitjes. Zorg dat er weinig ruimte overblijft tussen de spruitjes, maar druk ze niet te hard aan.

Giet de lauwe pekel voorzichtig over de spruitjes totdat ze volledig onder staan. Laat ongeveer één centimeter ruimte over aan de bovenkant van de pot. Zorg ervoor dat er geen luchtbellen in de pot zitten door met een schone lepel langs de binnenkant van de pot te gaan.

Veeg de rand van elke pot goed schoon met een vochtige doek. Sluit de weckpotten zorgvuldig. Zet de potten in een grote pan met heet water, zorg dat ze volledig onder staan, en breng het water aan de kook. Laat de potten twintig minuten koken om ze volledig te steriliseren. Haal de potten met een tang uit het water en laat ze afkoelen op een schone theedoek.

Als de potten volledig afgekoeld zijn, controleer je of de deksels vacuüm zijn getrokken. Bewaar de ingemaakte spruitjes op een koele, donkere plek. Ze zijn na twee weken perfect op smaak, maar je kunt ze tot twaalf maanden bewaren.