Begin met het voorbereiden van de mango’s. Kies rijpe mango’s, want die zijn zoet en sappig. Hoe weet je of een mango rijp is? Hij moet een beetje zacht aanvoelen als je erin knijpt en heerlijk ruiken bij het steeltje. Schil de mango’s met een scherp mes en snijd het vruchtvlees van de pit. Probeer zoveel mogelijk vruchtvlees te gebruiken en bewaar de stukken in een grote kom.

Doe het vruchtvlees van de mango’s in een blender of gebruik een staafmixer om het glad te pureren. Voeg ondertussen een halve liter water toe om het pureren makkelijker te maken. Je krijgt een dikke, romige puree. Als je blender niet groot genoeg is, kun je dit in delen doen.

Pers de sinaasappels uit tot je ongeveer driehonderd milliliter vers sap hebt. Voeg dit samen met het limoensap toe aan de mangopuree. Het citrusfruit zorgt voor een frisse toets en helpt de natuurlijke zoetheid van de mango in balans te brengen.

Giet de rest van het water erbij om de puree tot een vloeibaarder sap te maken. Proef het sap op dit punt. Als je vindt dat het sap nog wat zoeter mag, voeg je een of twee eetlepels honing toe. Roer goed door zodat de honing oplost. Het snufje zout versterkt de smaken en haalt het zoete en frisse nog meer naar boven.

Als je een gladder sap wilt zonder vezels, kun je het sap door een fijne zeef of kaasdoek gieten. Dit is optioneel, maar het geeft een mooi, helder eindresultaat. Druk het sap goed door de zeef zodat je zoveel mogelijk vocht eruit haalt.

Schenk het sap in schone flessen. Zorg ervoor dat de flessen goed afgesloten worden. Bewaar het sap in de koelkast. Zelfgemaakt mangosap is ongeveer drie tot vijf dagen houdbaar in de koelkast. Wil je het langer bewaren? Dan kun je het sap invriezen in ijsblokjesvormen of diepvrieszakken.