Je snijdt de komkommer in dunne, gelijkmatige plakjes. Hoe dunner, hoe sneller ze drogen. Een mandoline is ideaal, maar met een scherp mes lukt het ook prima. Laat de schil er gerust aan zitten; dat geeft juist extra bite.

Doe de plakjes in een schaal en besprenkel ze met de natuurazijn en het zout. Schep alles goed om en laat dit mengsel een kwartiertje staan. De azijn helpt niet alleen om smaak toe te voegen, maar trekt ook wat vocht uit de plakjes. Na dat kwartier leg je de plakjes op keukenpapier en dep je ze goed droog. Dit is belangrijk, want te natte plakjes drogen niet mooi.

Heb je een voedseldroger? Dan leg je de plakjes netjes op de roosters en stel je het apparaat in op 55 tot 60 graden Celsius. Laat ze zo'n 6 tot 8 uur drogen, tot ze krokant zijn. In een oven kan het ook: leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat en zet de oven op 60 tot 70 graden Celsius. Zet de ovendeur een kiertje open (een houten lepel ertussen werkt goed) zodat het vocht kan ontsnappen. In de oven duurt het drogen ongeveer 4 tot 6 uur, afhankelijk van hoe dik je plakjes zijn. Draai ze halverwege even om voor een gelijkmatig resultaat.

Wanneer de komkommerchips knapperig en droog aanvoelen, laat je ze volledig afkoelen. Daarna kun je ze direct gebruiken of luchtdicht bewaren.