Begin met het insnijden van de schil van de kastanjes. Maak een klein kruisje op de bolle kant van elke kastanje. Dit helpt om de schil gemakkelijker te verwijderen. Breng een pan met water aan de kook en kook de kastanjes ongeveer tien minuten. Laat ze daarna iets afkoelen en pel zowel de buitenste schil als het dunne, bruine velletje eraf. Dit kan wat werk zijn, maar is cruciaal voor een gladde jam.

Doe de gepelde kastanjes in een grote pan en voeg driehonderd milliliter water toe. Laat dit ongeveer twintig minuten zachtjes koken tot de kastanjes zacht zijn. Gebruik een pureestamper of keukenmachine om de kastanjes tot een gladde puree te maken. Als de puree te dik is, kun je een beetje water toevoegen.

Doe de kastanjepuree terug in de pan en voeg de kristalsuiker, het citroensap en, indien gewenst, het vanille-extract toe. Roer alles goed door en breng het mengsel aan de kook. Laat de jam op laag vuur zachtjes koken en blijf regelmatig roeren. Dit duurt ongeveer dertig minuten, of tot de jam dikker begint te worden. Test de consistentie door een beetje jam op een koud bordje te druppelen. Als het niet uitloopt, is de jam klaar.

Steriliseer de jampotten door ze een paar minuten in kokend water te leggen of in de oven te verhitten. Vul de potten tot net onder de rand met de hete jam. Sluit de potten direct goed af en zet ze ondersteboven. Laat ze volledig afkoelen.