Begin met het grondig wassen van de frambozen. Doe dit voorzichtig, zodat je de tere vruchtjes niet beschadigt. Laat ze vervolgens uitlekken in een vergiet. Controleer de frambozen op beschadigde exemplaren en verwijder deze.

Het is essentieel om je inmaakpotten goed te steriliseren om bederf te voorkomen. Je kunt dit doen door de potten en deksels 10 minuten in kokend water te leggen of door ze in een oven van 120 graden Celsius gedurende 15 minuten te verwarmen. Laat ze afkoelen op een schone theedoek.

Breng in een grote pan 1 liter water aan de kook. Voeg de suiker toe en roer totdat deze volledig is opgelost. Voeg het citroensap toe. Als je een extra smaak wilt toevoegen, kun je nu ook een vanillestokje (in de lengte doorgesneden) of een paar takjes munt in het suikerwater leggen. Laat het mengsel enkele minuten zachtjes koken, zodat de smaken goed intrekken.

Vul de gesteriliseerde potten voorzichtig met de frambozen. Zorg dat de potten goed gevuld zijn, maar druk de vruchtjes niet te hard aan, zodat ze hun vorm behouden.

Giet met behulp van een trechter het hete suikerwater over de frambozen, totdat ze volledig onder staan. Laat ongeveer 1 centimeter ruimte over aan de bovenkant van de pot. Verwijder eventuele luchtbellen door voorzichtig met een schone lepel langs de binnenkant van de pot te gaan.

Sluit de potten direct goed af met de deksels. Zet de afgesloten potten in een grote pan met kokend water (zorg dat de potten onder water staan) en laat ze 10 tot 15 minuten koken. Dit proces zorgt ervoor dat de potten vacuüm trekken en de inhoud langer houdbaar blijft.

Haal de potten voorzichtig uit het water en laat ze afkoelen op een schone theedoek. Controleer na het afkoelen of de deksels goed vacuüm zijn getrokken door erop te drukken; er mag geen klikgeluid te horen zijn. Bewaar de potten op een koele, donkere plaats.