1. Druiven voorbereiden

• Was de druiven grondig onder stromend water en laat ze uitlekken in een vergiet. Verwijder eventuele steeltjes. Wil je het droogproces versnellen? Dan kun je de druiven halveren met een scherp mesje. Dit is vooral handig bij grotere druiven, omdat ze anders erg lang nodig hebben om volledig te drogen.

2. Drogen

Drogen in de oven

• Verwarm de oven voor op 60 graden Celsius. Bekleed een bakplaat met bakpapier en verspreid de druiven in een enkele laag, met wat ruimte ertussen. Zet de bakplaat in het midden van de oven en laat de deur een klein stukje openstaan (bijvoorbeeld met een houten lepel ertussen) zodat het vocht kan ontsnappen. Het drogen kan 12 tot 24 uur duren, afhankelijk van de grootte en het vochtgehalte van de druiven. Controleer regelmatig en draai de druiven halverwege om gelijkmatig te drogen.

Drogen in een voedseldroger

• Leg de druiven op de droogmatjes van de voedseldroger in een enkele laag. Stel de temperatuur in op ongeveer 55 graden Celsius en laat de druiven 24 tot 36 uur drogen. Controleer af en toe of ze de juiste textuur hebben: ze moeten taai, maar niet plakkerig zijn.

Drogen in de zon

• Dit werkt alleen als je in een warm en droog klimaat woont. Verspreid de druiven op een rek of een met bakpapier beklede bakplaat en zet ze buiten op een zonnige plek. Dek ze af met een net tegen insecten. Het drogen kan 3 tot 5 dagen duren. Zorg ervoor dat je de druiven ’s nachts binnen zet om vocht te voorkomen.

3. Bewaren en genieten

• Zodra de druiven volledig gedroogd zijn, laat je ze afkoelen en bewaar je ze in een luchtdichte pot of zak. Bewaar ze op een koele, droge plek.