Zet een grote pan met ruim water op het vuur. Voeg eventueel zout toe aan het water; dit zorgt voor extra smaak. Breng het water aan de kook en voeg dan de aardappel toe. Laat ze ongeveer 5 minuten koken. Ze hoeven niet helemaal gaar te worden, want dat gebeurt later nog in de weckpot.

Terwijl de aardappel kort koken, maak je de weckpotten schoon. Steriliseer de potten door ze uit te koken of spoel ze schoon met kokend heet water. Vergeet ook de rubberen ringen en deksels niet te steriliseren. Dit voorkomt dat er bacteriën in de potten komen.

Giet de aardappel na 5 minuten koken af en vul hiermee de weckpotten tot ongeveer 2 centimeter onder de rand. Vul de potten daarna met vers gekookt heet water. Zorg dat de aardappel volledig onder water staan. Controleer of de randen schoon en droog zijn voordat je de ringen en deksels erop plaatst.

Leg de nieuwe rubberen ringen op de deksels en plaats de deksels op de potten. Zet de klemmetjes stevig vast, zodat de potten goed afgesloten zijn.

Plaats nu de potten voorzichtig in een weckketel of grote pan en vul deze met water tot net onder de rand van de potten. Breng het water tot net tegen de kook aan (ongeveer 90 graden Celsius) en laat de potten gedurende 90 minuten wecken. Door de warmte ontstaat er een vacuüm en worden bacteriën gedood.

Haal na het wecken de potten voorzichtig uit de pan en zet ze op een theedoek. Laat ze rustig afkoelen en controleer daarna of de potten goed vacuüm getrokken zijn. Dit kun je testen door de metalen klemmen eraf te halen en aan het deksel te trekken. Zit het deksel goed vast, dan zijn de aardappel perfect geweckt. Bewaar de potten daarna op een koele, donkere plek.