Tuinbonen inmaken is een prachtige manier om deze heerlijke en voedzame peulvruchten langer te bewaren. Misschien heb je een overvloed aan tuinbonen uit je eigen moestuin of heb je een grote hoeveelheid gekocht op de markt. Hoe dan ook, inmaken biedt je de mogelijkheid om het hele jaar door van je oogst te genieten. Het proces is eenvoudig, leuk om te doen en geeft veel voldoening. Bovendien kun je met zelfgemaakte ingemaakte tuinbonen experimenteren in verschillende gerechten, van salades tot stoofpotjes.
In dit artikel leg ik stap voor stap uit hoe je tuinbonen kunt inmaken. We beginnen met een korte uitleg over wat inmaken precies is en waarom het zo’n goed idee is, gevolgd door een uitgebreide handleiding. Daarna deel ik enkele tips en variaties om jouw ingemaakte tuinbonen uniek en naar eigen smaak te maken. De hoeveelheid tuinbonen die je nodig hebt, is afhankelijk van het aantal potten of personen. Hou rekening met 500 tot 750 gram ongedopte tuinbonen per persoon.
Inmaken is een traditionele methode om voedsel te conserveren door het in een zuur, zout of zoet milieu te bewaren. Door de combinatie van warmte en zuur (meestal azijn), worden bacteriën gedood en blijft je eten veel langer goed. Het is niet alleen praktisch, maar ook ontzettend duurzaam. Geen verspilling meer en altijd iets lekkers in de voorraadkast!
Tuinbonen lenen zich bijzonder goed voor inmaken omdat ze stevig blijven en een heerlijke bite hebben, zelfs na het proces. Bovendien behouden ze hun voedingswaarde en die kenmerkende smaak die ons doet denken aan warme zomerdagen.
Hoe tuinbonen inmaken?
Benodigdheden
- Grote pan om de potten te steriliseren
- Schone theedoek
- Vergiet
- Pollepel of trechter
- Grote kom met ijswater
- Scherp mes
Ingrediënten
- Verse tuinbonen
- Water
- Zeezout
- Witte wijnazijn of natuurazijn
- Suiker
- Teentjes knoflook in plakjes
- Mosterdzaad
- Laurierblaadjes
- Een paar takjes dille of andere kruiden naar keuze
- Schone glazen inmaakpotten met deksel bij voorkeur weckpotten
Instructies
1. Tuinbonen voorbereiden
- Begin met het doppen van de tuinbonen. Haal de bonen uit hun peul en breng een grote pan water aan de kook. Blancheer de bonen drie minuten in het kokende water. Dit zorgt ervoor dat ze hun mooie groene kleur behouden en dat ze iets zachter worden. Schep de bonen na het blancheren direct in een kom met ijswater om het kookproces te stoppen. Zodra de bonen zijn afgekoeld, verwijder je het buitenste vliesje door zachtjes te knijpen. Dit heet dubbel doppen en maakt de bonen nog lekkerder.
2. Potten steriliseren
- Voor een goed resultaat is het cruciaal dat je de potten steriliseert. Breng een grote pan water aan de kook en laat de potten en deksels tien minuten koken. Haal ze eruit met een tang en laat ze omgekeerd drogen op een schone theedoek.
3. De pekel maken
- Meng het water met het zout in een pan en verwarm het op middelhoog vuur. Roer tot het zout volledig is opgelost. Dit zoutwatermengsel, ook wel pekel genoemd, helpt om de bonen langer houdbaar te maken.
4. Azijnmengsel bereiden
- In een andere pan verwarm je de azijn samen met de suiker, knoflook, mosterdzaad, laurierblaadjes en dille. Laat dit mengsel een paar minuten zachtjes koken, zodat de smaken goed kunnen mengen.
5. Potten vullen
- Doe de dubbelgedopte tuinbonen in de schone potten. Zorg ervoor dat je ze niet te vol doet, zodat er nog voldoende ruimte is voor de pekel en azijn. Giet eerst de pekel over de bonen tot ze net onder staan. Vul daarna de rest van de pot met het warme azijnmengsel. Laat ongeveer één centimeter ruimte aan de bovenkant van de pot. Sluit de potten goed af.
6. Inmaken
- Plaats de gesloten potten in een grote pan met heet water. Zorg ervoor dat de potten volledig onder water staan. Breng het water aan de kook en laat de potten ongeveer twintig minuten koken. Dit proces zorgt ervoor dat de potten vacuüm trekken en luchtdicht zijn.
7. Bewaren
- Haal de potten voorzichtig uit de pan en laat ze volledig afkoelen op een theedoek. Controleer of de deksels goed vacuüm zijn getrokken door erop te drukken; als er geen klikgeluid is, is de pot goed afgesloten. Bewaar de ingemaakte tuinbonen op een koele, donkere plaats. Ze zijn tot wel zes maanden houdbaar. Na openen bewaar je ze in de koelkast en gebruik je ze binnen een week.
Vijf variaties en aanpassingen
Met knoflook en tijm
Voeg knoflookteentjes en verse tijmtakjes toe aan de pot voor een aromatische, mediterrane smaak.
Pittige tuinbonen
Breng een beetje pit in je tuinbonen door chilipepers en gerookt paprikapoeder aan de pekel toe te voegen.
Zoetzuur met honing
Gebruik honing in plaats van suiker in de pekel voor een zachtere, zoetere smaak die goed past bij de aardse tonen van tuinbonen.
Aziatische twist
Geef je tuinbonen een Aziatische smaak door sojasaus, gember en steranijs aan de pekel toe te voegen.
Kruidige mix
Experimenteer met specerijen zoals komijnzaad, korianderzaad en mosterdzaad om een unieke, kruidige smaak te creëren.
Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokAls kok weet Wilhelmus Hengstmengel als geen ander lekker eten begint bij het op de juiste manier bewaren van levensmiddelen. Hij heeft inmiddels ruim 15 jaar ervaring in de keuken (dus ook met het bewaren en invriezen van onder andere groente, fruit, vlees, vis, en gerechten), en schrijft artikelen en recepten voor diverse Nederlandstalige receptensites (onder andere deze site), en enkele Duitstalige receptensites. Als oud groenteboer weet hij veel over groenten en fruit, en door het veelvuldig koken ook veel over de bereiding van vlees en vis. En natuurlijk over het langer goed houden van voedingsmiddelen. Hij heeft een passie voor het schrijven over simpele gerechten en kookmethoden. is een geboren Rotterdammer, maar vandaag de dag een echte Tiroler en Wereldburger. Bewaren en invriezen is over de hele wereld nagenoeg hetzelfde, maar toch soms net even anders.