Pruimenchutney maken is een heerlijk creatieve manier om het beste uit rijpe, sappige pruimen te halen. Deze chutney is niet alleen een smaakvolle begeleider voor kazen en vleesgerechten, maar ook een ware smaaksensatie in sandwiches en op broodjes. Het combineren van de zoete smaak van pruimen met kruidige en licht pittige tonen levert een chutney op die je smaakpapillen prikkelt en zorgt voor een bijzondere twist bij diverse maaltijden. Bovendien is het maken van pruimenchutney eenvoudig en ontzettend leuk om te doen, en met een paar basisingrediënten kun je een chutney maken die je wekenlang kunt bewaren. Hier volgt een uitgebreid recept voor het maken van een smakelijke pruimenchutney, inclusief tips om het langer te bewaren en een aantal variaties om je eigen twist aan dit recept te geven.
Hoe pruimenchutney maken
Benodigdheden
- Pan
Ingrediënten
- 800 gram rijpe pruimen
- 200 gram rode ui
- 250 milliliter appelazijn
- 300 gram bruine basterdsuiker
- Twee teentjes knoflook
- Vijftig gram verse gember
- Eén kaneelstokje
- Eén theelepel mosterdzaad
- Eén theelepel korianderzaad
- Eén theelepel komijnzaad
- Halve theelepel chilivlokken of naar smaak
Instructies
Stap 1: De pruimen voorbereiden
- Begin met het wassen van de pruimen. Verwijder vervolgens de pitten en snijd de pruimen in grove stukken. Je hoeft ze niet al te fijn te snijden, want tijdens het koken vallen ze vanzelf uiteen. Zorg dat je rijpe pruimen gebruikt, omdat die het meeste smaak en zoetheid aan de chutney zullen geven.
Stap 2: Ui, knoflook en gember fijnsnijden
- Pel de rode ui en snij deze in dunne halve ringen. Dit geeft een mooie textuur aan de chutney. Pel vervolgens de knoflook en hak deze fijn. Schil de gember en snijd deze in kleine stukjes of rasp de gember als je een meer uitgesproken gembersmaak wilt. Gember geeft de chutney een warme en licht pittige ondertoon, wat perfect combineert met de zoete pruimen.
Stap 3: Kruidige basis voorbereiden
- Verhit een grote pan op middelhoog vuur en voeg het mosterdzaad, korianderzaad en komijnzaad toe. Rooster de kruiden ongeveer één tot twee minuten tot ze beginnen te geuren. Let goed op dat ze niet verbranden, want dan krijgen ze een bittere smaak. Door de kruiden kort te roosteren, komen hun aroma’s beter vrij en krijgen ze een diepe smaak die de chutney een extra dimensie geeft.
Stap 4: De basis van de chutney maken
- Voeg nu de gesneden ui, knoflook en gember toe aan de pan en fruit ze zachtjes aan. Roer regelmatig, zodat de ui zacht en glazig wordt, maar niet bruin. Dit duurt ongeveer vijf minuten. Voeg daarna de appelazijn toe aan de pan. Dit zorgt voor een frisse en lichtzure basis, die in balans is met de zoetheid van de suiker en de pruimen.
Stap 5: Suiker en pruimen toevoegen
- Voeg de bruine basterdsuiker en de gesneden pruimen toe aan de pan. Roer goed door, zodat de suiker begint op te lossen en de pruimen de smaak van de andere ingrediënten kunnen opnemen. Door de suiker wordt de chutney straks dik en stroperig, en krijgt hij zijn karakteristieke zoet-pittige smaak.
Stap 6: Koken en indikken
- Voeg nu het kaneelstokje en de chilivlokken toe en breng het geheel zachtjes aan de kook. Laat de chutney vervolgens op laag vuur pruttelen gedurende veertig tot vijftig minuten. Roer af en toe om te voorkomen dat de chutney aan de bodem van de pan blijft plakken. De pruimen zullen langzaam uit elkaar vallen en de chutney begint in te dikken. Hoe langer je de chutney laat koken, hoe dikker hij wordt. Je kunt zelf bepalen hoe dik je hem wilt hebben.
Stap 7: De chutney bewaren
- Zodra de chutney de gewenste dikte heeft, is het tijd om hem in schone glazen potten te scheppen. Spoel de potten goed af met kokend water en laat ze drogen om ervoor te zorgen dat ze volledig schoon zijn. Giet de hete chutney in de potten, sluit ze goed af en zet ze op de kop om af te koelen. Door de warmte ontstaat een vacuüm, wat helpt om de chutney langer houdbaar te maken.
- Pruimenchutney kun je op een koele, donkere plek enkele maanden bewaren, mits de potten goed afgesloten zijn en het vacuüm intact is. Eenmaal geopend, bewaar je de pot het beste in de koelkast en gebruik je de chutney binnen een paar weken. De smaak van de chutney wordt trouwens vaak nog beter na een paar weken, omdat de smaken de tijd krijgen om te mengen en dieper te ontwikkelen. Dus als je wat geduld hebt, zul je merken dat je chutney steeds lekkerder wordt.
Vijf variaties en aanpassingen
Wil je een beetje afwisseling in je pruimenchutney? Hier zijn vijf ideeën om het basisrecept aan te passen en nieuwe smaken te ontdekken:
1. Balsamicoazijn in plaats van appelazijn
Vervang de appelazijn door balsamicoazijn voor een rijkere en diepere smaak. Balsamicoazijn voegt een zoetere en iets dikkere toets toe aan de chutney.
2. Appeltoevoeging
Voeg tweehonderd gram gesneden appels toe aan de pruimen voor een zachtere en mildere smaak. Appels geven een subtiele zoetheid en voegen extra textuur toe.
3. Rode peper voor extra pit
Hou je van een pittige kick? Voeg dan een fijngehakte rode peper toe tijdens het koken. Dit geeft de chutney een vurige smaak die heerlijk is voor liefhebbers van pittig eten.
4. Specerijen als kardemom of kruidnagel
Experimenteer met andere specerijen zoals kardemom of kruidnagel voor een exotische twist. Voeg slechts een kleine hoeveelheid toe, want deze specerijen kunnen sterk van smaak zijn.
5. Rozijnen voor zoete accenten
Voor een zoetere, fruitige smaak kun je vijftig gram rozijnen toevoegen aan de chutney. De rozijnen nemen de smaken van de kruiden op en geven een heerlijke bite.
Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokAls kok weet Wilhelmus Hengstmengel als geen ander lekker eten begint bij het op de juiste manier bewaren van levensmiddelen. Hij heeft inmiddels ruim 15 jaar ervaring in de keuken (dus ook met het bewaren en invriezen van onder andere groente, fruit, vlees, vis, en gerechten), en schrijft artikelen en recepten voor diverse Nederlandstalige receptensites (onder andere deze site), en enkele Duitstalige receptensites. Als oud groenteboer weet hij veel over groenten en fruit, en door het veelvuldig koken ook veel over de bereiding van vlees en vis. En natuurlijk over het langer goed houden van voedingsmiddelen. Hij heeft een passie voor het schrijven over simpele gerechten en kookmethoden. is een geboren Rotterdammer, maar vandaag de dag een echte Tiroler en Wereldburger. Bewaren en invriezen is over de hele wereld nagenoeg hetzelfde, maar toch soms net even anders.