Rode uien bewaren is iets wat je misschien niet dagelijks overweegt, maar het kan je een hoop gedoe en verspilling besparen. Je koopt een netje vol, gebruikt er twee voor een salade of stoofpot, en dan blijven er nog vier over. Wat doe je daarmee? Laat je ze in de fruitschaal liggen, leg je ze in de koelkast, of kun je ze misschien zelfs invriezen? Veel mensen gooien uien weg omdat ze te zacht worden of beschimmelen, en dat is zonde. Rode uien zijn niet alleen smaakvol, maar ook veelzijdig, en mits goed bewaard gaan ze verrassend lang mee.
Ik hou van rode uien. Ze zijn net iets zachter en zoeter dan de gewone gele, en geven kleur aan je gerecht. Rauw in een salade, gekarameliseerd op een broodje hamburger of fijngesneden door de pasta: het is een groente die altijd van pas komt. Maar om ze op hun best te houden, moet je weten hoe je ze bewaart. In deze tekst neem ik je mee langs alle manieren om rode uien goed te bewaren. We kijken naar de ideale omstandigheden, wat je beter wel en niet kunt doen, hoe lang je ze kunt bewaren en hoe je merkt dat ze niet meer goed zijn. Geen recepten dus, alleen praktische, eerlijke tips uit de praktijk.
Rode uien bewaren
De beste plek om rode uien te bewaren is een donkere, droge en goed geventileerde ruimte. Denk aan een kelder, voorraadkast of zelfs een hoekje van je keuken waar het niet te warm wordt. Belangrijk is dat ze niet in de zon liggen en dat ze kunnen ademen. Dus geen afgesloten plastic zak of bak waar vocht zich ophoopt. Dat is vragen om schimmel en rot.
Gebruik liever een netje, een papieren zak of een mandje waar lucht bij kan. Je zult merken dat ze dan weken, soms zelfs maanden goed blijven. De buitenste schil droogt een beetje op en beschermt de binnenkant. En juist dat is wat je wil: die natuurlijke bescherming behouden.
In de koelkast
Er zijn mensen die rode uien standaard in de koelkast leggen, maar dat is eigenlijk niet de ideale plek. De kou en vochtigheid zorgen er namelijk voor dat uien sneller zacht worden. Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar in de koelkast gaan ze vaak juist eerder achteruit. Zeker als je ze in de groentelade stopt, waar het net iets te vochtig is.
Toch zijn er uitzonderingen. Heb je al een ui doorgesneden? Dan moet je die wél in de koelkast bewaren. Wikkel het afgesneden stuk goed in vershoudfolie of doe het in een luchtdicht bakje. Dan blijft die halve ui nog een paar dagen goed. Maar let op: uien nemen makkelijk geuren op en geven ze ook af. Dus houd ze uit de buurt van gevoelige producten zoals boter of gebak.
Invriezen
Rode uien invriezen kan prima, maar dan moet je ze wel eerst snijden. Een hele ui invriezen heeft weinig zin: bij het ontdooien wordt het een waterige, sponzige massa waar je weinig mee kunt. Snijd ze daarom van tevoren in ringen, halve ringen of blokjes, afhankelijk van hoe je ze later wil gebruiken.
Leg de gesneden uien eerst even los op een bakplaat in de vriezer, zodat ze niet aan elkaar plakken. Als ze hard zijn, kun je ze overdoen in een diepvrieszak of bakje. Zo pak je later makkelijk een handje uien zonder dat je eerst een bevroren klont hoeft los te bikken. Je kunt ze bevroren gebruiken in soepen, stoofpotten of sauzen – ideaal voor doordeweekse maaltijden.
Vacumeren
Vacumeren is misschien wel de meest efficiënte manier om uien langer houdbaar te maken, vooral als je er veel tegelijk hebt. Met een vacumeermachine zuig je de lucht uit de verpakking, waardoor bacteriën en schimmels minder kans krijgen. Rode uien blijven op die manier niet alleen langer goed in de vriezer, maar ook op kamertemperatuur of in de koelkast.
Wel belangrijk: vacumeer nooit hele rauwe uien zonder ze eerst te drogen. Door het vocht in de ui kan er alsnog schimmel ontstaan. Snijd ze liever eerst en laat ze eventueel een paar uur op keukenpapier drogen voor je ze vacumeert. In de diepvries blijven vacuüm verpakte uien tot wel zes maanden goed zonder veel kwaliteitsverlies.
Hoe herken je bedorven rode uien?
Een bedorven rode ui herken je vaak al aan de geur. Een muffe, zure of zelfs rottende lucht betekent dat het mis is. Maar er zijn ook visuele signalen: als de schil loslaat, beschimmeld is of nat aanvoelt, is dat geen goed teken. Ook als de ui zacht is of begint te lekken, moet je ‘m weggooien.
Soms lijkt een ui aan de buitenkant nog prima, maar is het binnenin mis. Snijd hem dan doormidden. Zie je zwarte plekken, slijmerige delen of een grijze waas? Dan is hij bedorven. Gooi zulke uien niet in de pan, het bederf is dan al te ver gevorderd. Vertrouw op je zintuigen: als iets niet goed ruikt of eruitziet, neem dan geen risico.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokAls kok weet Wilhelmus Hengstmengel als geen ander, lekker eten begint bij het op de juiste manier bewaren van levensmiddelen. Hij heeft inmiddels ruim 15 jaar ervaring in de keuken (dus ook met het bewaren en invriezen van onder andere groente, fruit, vlees, vis, en gerechten), en schrijft artikelen en recepten voor diverse Nederlandstalige receptensites (onder andere deze site), en enkele Duitstalige receptensites. Als oud groenteboer weet hij veel over groenten en fruit, en door het veelvuldig koken ook veel over de bereiding van vlees en vis. En natuurlijk over het langer goed houden van voedingsmiddelen. Hij heeft een passie voor het schrijven over simpele gerechten en kookmethoden. is een geboren Rotterdammer, maar vandaag de dag een echte Tiroler en Wereldburger. Bewaren en invriezen is over de hele wereld nagenoeg hetzelfde, maar toch soms net even anders.